Ik kan me niet herinneren dat iemand me ooit verteld heeft hoe ik moet staan. Zomaar staan levert dan ook al gauw een stijve onderrug op en zeurende schouders. Beter is het om op de qigong- manier te gaan staan. Het is even wennen, maar daarna kun je die eindeloos lang volhouden.
Zet je voeten naast elkaar op de grond. Als het kan raken ze elkaar net. Knieën zijn recht, maar de spanning moet er wel af zijn. Draai je staartbeen iets naar onderen. Je onderrug wordt daardoor boller en komt een beetje naar achteren. De buik is ontspannen, maar zeker niet slap. Billen zijn ontspannen. Schouders zijn ontspannen. Handen hou je ontspannen langs je lichaam met de middelvinger op de naad van je broek. Hou iets ruimte onder je oksels.
Duw je kruin naar boven.(Laat je hoofd naar achteren vallen en duw vanuit die positie je kruin naar boven tot je kin weer parallel is met de vloer. Als het goed is, voel je dat eerst je nek en dan ook je rug iets uitrekt.) Leg je tong tegen je verhemelte, net achter je boventanden. Ontspan je gezicht, je kaken, je voorhoofd en je hersens. Vooral je hersens. Laat je aandacht zakken naar je buik, achter je navel. Zo kun je overal staan. Bij de kassa, in de wachtrij op het postkantoor, bedenk het maar. En zo lopen kan ook.
Corrigeer je houding zo vaak je eraan denkt, tot zo staan en lopen een gewoonte wordt. Je wordt er een paar centimeter langer door, het ontspant en je kijkt daardoor wat vrijer de wereld in. Weet je voor de kassa niet meer precies hoe het zit? Duw op z’n minst je kruin naar boven. Dat is het belangrijkste. Altijd. Overal.
Peter Veen – 27 maart 2009