Vanmorgen was ik weer samen met ‘mijn ouderen’ van een woonzorgcentrum hier in het dorp. Leeftijd ergens tussen de 85 en 95 jaar (mijn oudste leerling was 103 jaar oud). In het najaar van 2017 zijn we gestart en – met een Corona onderbreking van ruim een jaar – zijn we echt iedere dinsdagmorgen samen, druk in de weer met Chinese gym.
Zittend in een grote kring komt iedere week alles aan bod, net als de Chi Neng Body&Mind cyclus van Level 2; nek, schouders, ellebogen, polsen, vingerkootjes, bovenrug, onderrug, organen in de borst en buikholte, knieën, enkels en voeten.
Vanmorgen hadden we iets meer aandacht voor de longen. Belangrijk in deze periode van het jaar en tegelijkertijd lastig vanwege de vaak aanwezige pijn in schouders en rug.
We beginnen eerst op een rustige manier zodat de hele groep in een stilte kan zakken, uit angst voor pijn, terug in vertrouwen dat er meer is dan wat we weten en zien. We beginnen dus met de vingers. Met aandacht bij en zelfs in de vingers. Het verschil voelen tussen de vingers lang maken, strekken, stap voor stap ontspannen en dan een zachte vuist maken. Uit in, uit in. Binnen een minuut daalt er een diepe stilte door de hele groep heen. Dan drijven de polsen omhoog en weer naar beneden, terwijl we heel bewust de schouders en de bovenarmen laag houden. De concentratie wordt groter en – en dat is een hele belangrijke – ze leren dat je delen van je arm kunt bewegen zonder dat het pijn hoeft te doen in de schouder, nek of de bovenrug. Dan gaan we naar de schouders … het punt waar door jarenlange pijn – slijtage, artrose, reuma, spierziekte – bijna een angst op zit om in beweging te komen.
De aandacht gaat naar de binnenkant van de schouders en het voelt alsof onze schouders zachtjes deinen in water. De visualisatie is dat het water begint te borrelen en omhoog komt. Met het omhoog komen van het water komen ook de schouders mee omhoog. Slechts een klein beetje omhoog. Zonder spieren. Zonder botten en gewrichten. Mee omhoog deinend met het borrelende water. En weer terug. Dit herhalen we een paar keer.
Dan brengen we de aandacht naar de verbinding met de longen. We doen dezelfde beweging en worden ons nu bewust van het feit dat onze longen zich wat uitstrekken omhoog terwijl de schouders omhoog deinen. Om weer rustig terug te zakken, zonder spieren en gewrichten, als vanzelf. En weer omhoog, alsof er steeds meer ruimte komt in de longen en tussen de longblaasjes.
Nu we het bijna gewoon vinden dat een hele kleine beweging al zo’n grote impact kan hebben, zonder dat het pijn doet, gaan we naar de schouderbladen. En de verbinding van de schouderbladen met de longen. Vanuit een diepe stilte drijven onze schouderbladen een stukje naar elkaar toe. Het is bijzonder, je ziet aan de buitenkant bijna geen beweging, maar je ziet aan de gezichten van mijn studenten de verwondering van wat ze allemaal kunnen; de schouderbladen bewegen naar elkaar en ze ervaren ruimte in de longen. Zonder pijn.
Aan het einde van de les drinken we samen nog wat koffie. In gesprek met een van mijn studenten in rolstoel geeft ze aan dat ze voor het eerst in jaren begrijpt dat ze zelf zoveel meer kan dan dat ze ooit heeft geweten. Dat ze vertrouwen voelt in het proces dat ze ‘de pijn kan omzeilen’ door de verbindingen in haar lichaam te zien, te voelen en te begrijpen. Dat ze met minimale en bewuste bewegingen zoveel meer kan en dat ze de oefeningen ook gaat proberen thuis iedere dag te doen.
Het bijzondere van het werken met deze groep is dat zij mij als het ware iedere keer weer uitnodigen en uitdagen om alle eventuele vastgeroeste ideeën over deze leeftijdscategorie overboord te zetten. Als er ergens een groep mensen mij laat zien dat er zoveel meer mogelijk is dan dat wij weten, dan zijn zij het wel. Dus wat er ook veranderd, ‘mijn ouderen’ blijf ik trouw!