Als een pitbull

En dan zie ik dat iemand het licht heeft gezien, ver weg. Ze ziet een glimp van de vrijheid die achter de heuvels verscholen ligt. Lonkend, zachtjes roepend, oogverblindend. Ze wil er zo graag naar toe, maar iets houdt haar tegen.

En ik zie dat zij het heeft gezien. Ik zie dat het licht haar heeft bereikt en ik zie dat ze even heeft ervaren hoe het is om weer thuis te zijn. De ontspanning, de rust en het verlangen. Ze wil er zo graag naar toe, maar iets houdt haar tegen.

Steeds vaker zie ik, voel ik, merk ik op dat prachtige mensen een glimp van het licht opvangen. Ze hebben zo lang gezocht naar die verlichting. En in de beweging, in de les of in de meditatie weten ze ineens hoe het is om volledig thuis te komen in hun hart. Maar dan gebeurt er iets heel frappants, ze keren het licht de rug toe. Ze draaien zich om en rennen weer richting het donkere bos. Het koninkrijk van vrijheid ligt binnen hun handbereik maar toch verkiezen ze de donkerte boven het licht. Waarom? Is het licht te fel aan hun ogen? Is de vrijheid te wijds? Is de donkerte te comfortabel? De nieuwigheid te onzeker?

En dan komt het moment dat ik me vastbijt. Zoals een pitbull zich kan vastbijten aan haar prooi en niet meer wil loslaten, zelfs niet als hun baasje het commando geeft. Want ik zou zo graag willen dat zij nog een paar stappen zet, nog dat ene kleine stukje overbruggen. Zo graag geef ik ze nog even een duwtje richting het licht zodat de donkerte nog iets verder achter hun ligt. Toe maar, je bent er bijna. Hou vol, geef niet op! En er stroomt zo ongelofelijk veel kracht door mij heen dat ik haar wel wil vastgrijpen om haar vervolgens naar dat koninkrijk te sleuren. Net zoals die pitbull. Maar de hakken in het zand winnen het van mijn kracht en met mijn staart tussen mijn benen zie ik hoe ze weer koers zet richting de schaduw. En op dat moment gaat er een golf van teleurstelling door me heen want het is me niet gelukt om haar naar het licht te begeleiden.

Misschien was het te vroeg, misschien moet ze eerst nog een paar keer struikelen richting dat paradijs. Als een dreumes die haar eerste stapjes zet. Als een kleuter die voor het eerst zonder wieltjes fietst. Een tiener tijdens haar eerste kus. Ik was te vroeg, te snel, te ongeduldig. Misschien had ik nog even moeten wachten. Misschien was ik te ongeduldig. Wilde ik te graag dat ze ging lopen, fietsen, de liefde volledig kon omarmen.

En dan kijk ik naar beneden en zie ik ineens dat het niet mijn weg is. Ik kijk naar links, naar een pad dat mij heel vertrouwd voorkomt. En daar wacht ik rustig af, rustig en vol vertrouwen. En zodra ze weer uit de bossen tevoorschijn komt zal ik mijn hand uitstrekken. Zij op haar pad en ik op die van mij. En samen wandelen we naar het licht. Op het juiste moment, de juiste tijd, de juiste plek, precies zoals het moet zijn. Natuurlijk, moeiteloos en vrij. En op het juiste moment laat ik los, daar gaat ze… Natuurlijk, moeiteloos en vrij.  Op het juiste moment, de juiste tijd, de juiste plek, precies zoals het moet zijn.